Inhoud van deze pagina
Op weg naar school
Ook deze ochtend moesten we vroeg opstaan, want de
school begint hier al om 8:00 uur en we moesten er natuurlijk ook
nog heen rijden. Arinda en Wilhelm Nap stonden om 7:00 uur aan de
deur om ons de weg te wijzen en zo vertrokken we, zelfs nog iets
eerder dan de bus, die vanaf de plot van Willem vertrekt en door een
van de leerkrachten bestuurd wordt.
De route naar school is niet lastig, aan het eind
van Nolene rechtsaf, bij het plakkerskamp weer rechtsaf en dan
almaar rechtdoor tot je op een T-splitsing het bord van de school
ziet staan. Ook vanmorgen was het rondom het plakkerskamp en langs
de weg een drukte van belang met lopende mensen, die op deze manier
naar hun werk of naar de winkels gaan. Niet iedereen hoeft te lopen,
er zijn ook mensen die vervoerd worden.
Voetgangersverkeer langs het
plakkerskamp Zandspruit (Johannesburg)
Na een ritje van bijna een half uur kwamen we bij de
school aan. We waren goed op tijd, er was zelfs nog niet een bus
gearriveerd. Wel liepen er al wat kinderen rond, allemaal met jassen
en truien aan, hoewel wij de noodzaak hiervan niet inzagen. Het was
nog wat fris, maar het beloofde opnieuw een prachtige dag te worden,
met voor onze begrippen zomerse temperaturen. Later hoorden we dat
de manier waarop je warm en koud ervaart hier verandert. Door de
hoge zomertemperatuur ervaart men herfst- en wintertemperaturen
tussen 15 en 22 C. als koud.
Schoolbus Réhobotskool
Terwijl we op de parkeerplaats stonden te wachten
kwamen er meer kinderen aan, en ook beide busjes arriveerden. De
busjes worden gereden door leerkrachten en ze pikken her en der de
schoolkinderen op. De kinderen hingen hun tassen op en verdwenen
daarna naar de speeltoestellen, de leerkrachten verzamelden in de
lerarenkamer, waar de koffie al klaar stond. Opnieuw werden we
hartelijk ontvangen door de leerkrachten en het aanwezige
bestuurslid. Hij zou vandaag de weekopening voor zijn rekening
nemen.
Réhobotskool personeelskamer
Terug naar boven
Op school voor de eindgesprekken en nadere
kennismaking
Om 8:00 uur luidde de bel en werden alle leerlingen
in de rij gezet om naar de zaal te lopen. In de zaal, waar de
werkstukken van het Nederlandproject nog steeds opgesteld stonden,
namen we plaats. De oudste kinderen op de eerste rijen en de jongere
daarachter. Ook hier werd de Psalm staande gezongen en ook hier
moesten we even wennen aan de afwijkende melodie van Psalm 119. Ter
opening las Dhr. Boer (Ome Cor, zoals hij werd genoemd) de
geschiedenis van de Emmaüsgangers, waarna hij dit Bijbelgedeelte
vertellend op kinderniveau nog eens behandelde. Dit ging allemaal in
het Zuid-Afrikaans. We konden de strekking van zijn betoog wel
volgen, maar als er op dit tempo zo lang achtereen gesproken wordt,
mis je nog wel eens een woord of zin. Na het zingen van nog een
couplet uit Psalm 119, werd de weekopening besloten en voerden de
kinderen nogmaals hun bijdrage van afgelopen zaterdag op.
Daarna vertrok iedereen naar zijn klaslokaal en
maakten wij een praatje met Cor Boer, waarna we naar de
personeelskamer liepen waar onze studenten al zaten te wachten op de
eindgesprekken. Na een overlegje over de organisatie praatte we even
bij. De meiden hebben het hier duidelijk prima naar hun zin gehad en
het nodige geleerd. Voor studenten die er niet tegenop zien om een
verre reis te maken en een maand of drie van huis te zijn is een
stage in Zuid-Afrika beslist aan te raden. Je maakt kennis met een
totaal andere manier van onderwijsorganisatie, je woont tijdelijk in
een land dat in bijna alles verschilt van je eigen land en je maakt
deel uit van een enthousiast onderwijsteam op een kleine
basisschool.
Aan tafel in de personeelskamer
van de Réhobotskool, foto van
Zuid-Afrikagirls
Een voor een voerden we daarna de gesprekken over de
scripties en de handelingsplannen, in bijzijn van de
stagebegeleidster, die zich ingelezen had in de scripties en tijdens
het gesprek waardevolle vragen en opmerkingen plaatste. De dames
konden beiden een goed cijfer in ontvangst nemen en de begeleidster
nodigde via ons meer studenten uit om op de Réhobotskool stage te
komen lopen. We zullen ons best doen...
Na de gesprekken bekeken we het schoolterrein en
liepen enkele klassen binnen. Er zijn vier groepen, de jongste
kinderen zitten in een houten gebouwtje, de andere drie groepen in
het hoofdgebouw. Een gang is er niet. De jassen en tassen hangen
buiten onder de overkapping. De groepen zijn klein en bestaan
allemaal uit combinaties van meerdere graden, zoals de klassen hier
heten. Het onderwijs is tweetalig, de kinderen leren Zuid-Afrikaans
en Engels. Ze bereiken daarin een niveau vergelijkbaar met HAVO 4.
Een aantal kinderen spreekt daarnaast van thuis uit ook nog
Nederlands. Vanaf graad 1 (= groep 3) dragen de kinderen
schoolkleding, die door een medewerker van school wordt gemaakt.
Onze studenten hebben zich beziggehouden met hulp aan een zwakke
leerling. Daarnaast hebben ze Gym en Handvaardigheid gegeven en het
poppenhuis opgeknapt. Tenslotte schilderden ze een achtergronddoek
over het thema Hemelvaartsdag. De verhalen van de studenten zijn na
te lezen op hun
weblog.
Een kijkje in de klassen...
.... en bij de kapstokken. De
honden wonen op het schoolterrein, ze zijn van de administratief
medewerkster, die naast de school woont.
Het poppenhuis nadert zijn
voltooiing
Inmiddels was de schooldag al een heel eind
gevorderd en werd er gebeld. De schooldag duurt hier van 8:00 uur
tot 13:30 uur met twee keer een kwartier pauze. Vrijdags gaat de
school al om 13:00 uur uit. Al met al hebben de kinderen 24,5 uur
les per week. Na schooltijd is het buiten meteen een drukte van
belang. Verschillende ouders staan al op hun kinderen te wachten met
auto's of pick-ups. En ook de beide busjes vertrekken kort nadat de
bel heeft geklonken. De studenten bleven vandaag nog een poosje
verven. Wij namen broer en zus Nap in de auto mee en reden naar
Nolene.
Vervoer van schoolkinderen aan
het eind van de schooldag
Terug naar boven
Voortrekkersmonument
Als de schooldag al om 13:30 uur voorbij is, is er
nog genoeg tijd om iets anders te gaan doen. We hadden besloten om
vanmiddag het
Voortrekkersmonument bij Pretoria te bezoeken. Willem leende ons
zijn Tomtom, waarin hij de plaats van het monument had
geprogrammeerd en zo togen wij op weg. We kwamen weer langs de
uitlatenreparatiestand; de beheerder lag lekker in de schaduw van
zijn tentje te rusten. Kennelijk waren er niet veel uitlaten te
lassen vandaag.
We reden de snelweg op in de richting van Pretoria,
precies zoals we zondag ook hadden gedaan om naar kerk te gaan. We
zagen de inmiddels wat meer vertrouwde beelden van krottenwijken en
een vrij droog landschap, dat hier en daar in brand stond.
Veldbranden komen vaak voor aan het eind van de zomer, vertelde men
ons. Soms worden ze aangestoken, vaak ontstaan branden ook min of
meer spontaan. Het vuur kruipt merkwaardig voort. Je ziet geen grote
vlammen, maar vooral veel rook. Bomen worden niet of nauwelijks
aangetast en zelfs niet al het gras verbrandt. Voor de plantengroei
in het nieuwe seizoen schijnen deze brandjes wel goed te zijn.
Na een dik halfuur bereikten we Pretoria. De stad is
lang niet zo groot als Johannesburg, maar er wonen toch zo'n 600.000
mensen. Qua inwoneraantal is de stad vergelijkbaar met Rotterdam,
maar de oppervlakte is zeker veel groter, omdat er meer ruimte
beschikbaar is in dit weidse land. Het
Voortrekkersmonument bevindt zich ten zuiden van het centrum van
de stad, op een locatie die voor ons eenvoudig te bereiken was. We
betaalden de toegang bij het hek en reden het terrein op. Het was
bijzonder rustig, we zagen alleen wat Aziaten, waaruit we
blindelings en terecht concludeerden dat we ons op een toplocatie in
dit land bevonden. Er zijn verschillende gebouwen op dit terrein
waarvan tijdens ons bezoek alleen het hoofdgebouw open was.
Voortrekkersmonument, hoofdgebouw
We klommen de trappen op naar het kenmerkende
vierkant gebouw en bekeken de Oermoeder, die in brons voor het
gebouw staat, nadat we de kring met ossenwagens al gezien hadden. De
tuin wordt prima onderhouden, het gras was prachtig groen en kort en
de bloemen en planten stonden er allemaal prachtig bij.
Paradijsvogelbloem met
Ossewagens (L) en de Voortrekkers-oermoeder bij het
Voortrekkersmonument (R)
Als je het gebouw binnenloopt kom je in een enorme
vierkante ruimte, onder een gewelfd plafond. Boven in dat plafond
zit een klein venster. Op 16 december om 12:00 uur 's middags
schijnt de zon precies door dit venster op een gedenkteken dat een
verdieping lager te zien is. Op de plaat, die sarcofaagachtig
aandoet, staat te lezen "Ons vir jou Suid-Afrika" Het
monument is een herinnering aan de slag bij de Bloedrivier, die op
16 december 1836 werd uitgevochten tussen de Voortrekkers en de
Zoeloes van koning Dingaan. Nadat de Boeren deze slag gewonnen
hadden en Zuid-Afrika konden gaan opbouwen, besloten ze om deze slag
jaarlijks te herdenken. Daaraan moest het Voortrekkersmonument
(vanaf 1947) bijdragen.
Tegen de wanden van dit gebouw is in wit marmer een
reliëf te zien, waarmee de hele geschiedenis van de voortrekkers
wordt verteld. Bekende namen als Piet Retief, Andries Pretorius en
Dingaan zijn op de koperen bordjes te lezen. Voor degenen die bekend
zijn met de boeken van L. Penning komt dit allemaal heel vertrouwd
voor. Met de trap of de lift kun je omhoog vanwaar je een mooi
uitzicht hebt in het gebouw en op de omgeving, waarbij Pretoria met
de regeringsgebouwen, de hoogbouw in het centrum en de universiteit
de aandacht trekt.
Deel van het reliëf met de
geschiedenis van de Voortrekkers. Als je over de gebogen borstwering
omlaag kijkt,
zie je de stenen plaat met de woorden "Ons vir jou Suid-Afrika"
Blik omlaag in het
Voortrekkersmonument
Blik op Pretoria-centrum (L) en
de Universiteit (R), gezien vanaf Voortrekkersmonument
Parlementsgebouwen Pretoria,
gezien vanaf Voortrekkersmonument
Op de benedenverdieping van het gebouw is een
tentoonstelling ingericht, waarmee de geschiedenis van de Boeren
(Voortrekkers) en de oorspronkelijke bevolking (vooral Zoeloes)
wordt verteld. In de vitrines liggen boeken en andere documenten die
gewoon in het Nederlands geschreven zijn. Hier worden de banden
tussen Zuid-Afrika en Nederland wel heel concreet zichtbaar gemaakt.
Tevens biedt de expositie een goed beeld van de Calvinistische
levensovertuiging van de Voortrekkers.
Model van een Ossenwagen (Ossewa)
in het museum
Statenbijbel (L) en een
Catechismusverklaring van Bern. Smytegelt (R) die ooit toebehoorden
aan Voortrekkers
Voortrekkersmonument en het
gebeeldhouwde laager van Ossewaas
Nadat we alles bekeken en gefotografeerd hadden,
waarvoor je ongeveer anderhalf uur nodig hebt, brachten we een kort
bezoek aan de souvenirwinkel, waarna we met een laatste blik op het
typische gebouw en de fraaie uitbeelding van het Laager van Ossewaas
afscheid namen van deze plek en terugreden naar Sonnedal, dat we
voorbij reden om boodschappen te doen in het winkelcentrum, waarheen
Arinda Nap ons vanmiddag de weg had gewezen.
Het winkelcentrum bevindt zich in Ruimsig, aan de
M67. Er zijn enkele supermarkten, een paar restaurants en wat andere
winkels. De parkeerplaats wordt door ca. 10 man in gele hesjes
bewaakt. Het publiek dat hier boodschappen doet is grotendeels
blank, al liepen er ook heel wat zwarten op het terrein en in de
winkel. We kochten producten om een zeer Hollands dinertje te koken:
Aardappels, hamburger en sperziebonen. Verder deden we de nodige
boodschappen voor de komende dagen, waarna we terugreden naar
Sonnedal en de ingrediënten verwerkten tot een eenvoudige doch
voedzame maaltijd.
Na het eten beraamden we enkele plannen voor morgen
en praatten wat na over deze mooie dag, met schitterend weer en veel
indrukken.
Ga voor foto's naar mijn albums op Webshots. Klik
hier (opent in nieuw venster)
Terug naar boven
Reageren? Stuur mij een
e-mail