Donderdag 26 juli 2007

 

Vorige
Start
Omhoog
Volgende

 

 

Vanmorgen vertrok ik rond 9.15 uur bij Super 8, opnieuw richting Downtown Sault Sainte Marie. De lucht was bewolkt en het was (nog) niet warm. Ik parkeerde aan de waterkant en liep naar de Canadian Locks. Deze kleine sluis tussen Lake Superior en Lake Huron wordt vooral gebruikt door de pleziervaart en kleinere schepen. De grote sluizen liggen aan de Amerikaanse kant van deze grensrivier. In de sluis lagen enkele jachten, die opgeschut werden.

Canadian Lock gezien naar het westen

 

Toen ik terugliep zag ik opeens een vos tussen de gebouwen lopen. Hij was een beetje schuw, maar liet zich wel fotograferen. Merkwaardig gezicht...

Daarna ging ik naar het gebouwtje van de Lock Tours Canada om een kaartje te kopen voor de tour van 12.30 uur. De Chief Shingwank is een fraai scheepje dat op dit tochtje lang niet volgeboekt was.

 

 

Eerst gingen we omhoog door de Amerikaanse sluis. Die is veel groter dan de Canadese en bestemd voor de grote beroepsvaart. Wij lagen samen met een Amerikaans toerbootje in de enorme sluis. Het hoogteverschil dat we in deze sluis overbrugden was 21 voet (= iets meer dan 6 meter) Het schutten ging betrekkelijk snel en toen voeren we de St. Mary River op.

 

 

 

 

Aan de Canadese kant zijn hoogovens en een bedrijf dat ijzererts verlaadt. Bij beide bedrijven lag een zeeboot voor de wal. Ze zijn typisch gebouwd, met het stuurhuis voorop en de verblijven achterop. Alle schepen hebben zelf laad- en losfaciliteiten aan boord.

Een typische Great Lakes Vessel

Daarna voeren we terug door de Canadese sluis, waar tegelijk met ons een sleepboot en een werkbootje werden geschut. Een groepje eenden wenste opgeschut te worden vanuit Lake Huron naar Lake Superior. Het zwom de sluis in, zodra de deuren opengingen.

         

Binnenvaren van de Canadese sluis

 

         

De sluisdeuren gaan open, we mogen er bijna uit.
Eenden, die opgeschut willen worden, zwemmen alvast naar binnen

 

De tour ging verder langs de VS wal en terug langs de Canadese oever. Aan deze kant, beneden de sluis, zag ik in Amerika veel (scheeps)bedrijvigheid. Aan de Canadese kant strekt Sault Sainte Marie zich uit, en dat is in Canada vooral een woon- en werkstad.

Het was een fraaie rondvaart met prachtig weer, nogal wat wind en af en toe een wolk voor de zon. Er waren deze middag geen grote schepen te zien.

Om 14.30 uur waren we terug en meteen daarna reed ik de Internationale Brug over om de grens te passeren. De douanier deed net of ik uit Duitsland kwam, maar na de gebruikelijke vragen mocht ik toch verder rijden. Het blijft een raadsel of die beambten nu echt zo'n slechte kennis van Europa hebben, of dat ze met opzet verwarring zaaien om te kijken hoe je daarop reageert.

Ik reed over de snelweg naar Mackinac Bridge en daarna via M 31 en C66 naar 119, de Tree Tunnel. Opnieuw genoot ik van de bochtige weg onder de tunnel van bomen, op de oever van Lake Michigan. Er was nogal wat wild te zien langs de weg: veel chipmunks, een racoon met jongen, een hert met een jong en opnieuw een vos.

Van Spring Harbor, waar Rt. 119 ophoudt tot Petoskey was maar een klein eindje. Ik vond een kamer bij Days Inn en had dinner in het bijbehorende 24 uurs buffet.

 

Afgelegde afstand vandaag: 134 mijl

Afgelegde afstand totaal: 2686 mijl

 

Ga voor foto's naar mijn albums op Webshots. Klik hier (opent in nieuw venster)

 

Reageren? Stuur mij een e-mail

 

 

 

 

 

Vorige | Start | Volgende

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 19 februari 2008