Vanmorgen vertrok ik rond 9.15 uur bij Super 8,
opnieuw richting Downtown Sault Sainte Marie. De lucht was bewolkt
en het was (nog) niet warm. Ik parkeerde aan de waterkant en liep
naar de Canadian Locks. Deze kleine sluis tussen Lake Superior en
Lake Huron wordt vooral gebruikt door de pleziervaart en kleinere
schepen. De grote sluizen liggen aan de Amerikaanse kant van deze
grensrivier. In de sluis lagen enkele jachten, die opgeschut werden.
Canadian Lock gezien naar het
westen
Toen ik terugliep zag ik opeens een vos tussen de
gebouwen lopen. Hij was een beetje schuw, maar liet zich wel
fotograferen. Merkwaardig gezicht...
Daarna ging ik naar het gebouwtje van de Lock Tours
Canada om een kaartje te kopen voor de tour van 12.30 uur. De Chief
Shingwank is een fraai scheepje dat op dit tochtje lang niet
volgeboekt was.
Eerst gingen we omhoog door de Amerikaanse sluis.
Die is veel groter dan de Canadese en bestemd voor de grote
beroepsvaart. Wij lagen samen met een Amerikaans toerbootje in de
enorme sluis. Het hoogteverschil dat we in deze sluis overbrugden
was 21 voet (= iets meer dan 6 meter) Het schutten ging betrekkelijk
snel en toen voeren we de St. Mary River op.
Aan de Canadese kant zijn hoogovens en een bedrijf
dat ijzererts verlaadt. Bij beide bedrijven lag een zeeboot voor de
wal. Ze zijn typisch gebouwd, met het stuurhuis voorop en de
verblijven achterop. Alle schepen hebben zelf laad- en
losfaciliteiten aan boord.
Een typische Great Lakes Vessel
Daarna voeren we terug door de Canadese sluis, waar
tegelijk met ons een sleepboot en een werkbootje werden geschut. Een
groepje eenden wenste opgeschut te worden vanuit Lake Huron naar
Lake Superior. Het zwom de sluis in, zodra de deuren opengingen.
Binnenvaren van de Canadese
sluis
De sluisdeuren gaan open, we
mogen er bijna uit.
Eenden, die opgeschut willen worden, zwemmen alvast naar binnen
De tour ging verder langs de VS wal en terug langs
de Canadese oever. Aan deze kant, beneden de sluis, zag ik in
Amerika veel (scheeps)bedrijvigheid. Aan de Canadese kant strekt
Sault Sainte Marie zich uit, en dat is in Canada vooral een woon- en
werkstad.
Het was een fraaie rondvaart met prachtig weer,
nogal wat wind en af en toe een wolk voor de zon. Er waren deze
middag geen grote schepen te zien.
Om 14.30 uur waren we terug en meteen daarna reed ik
de Internationale Brug over om de grens te passeren. De douanier
deed net of ik uit Duitsland kwam, maar na de gebruikelijke vragen
mocht ik toch verder rijden. Het blijft een raadsel of die beambten
nu echt zo'n slechte kennis van Europa hebben, of dat ze met opzet
verwarring zaaien om te kijken hoe je daarop reageert.
Ik reed over de snelweg naar Mackinac Bridge en
daarna via M 31 en C66 naar 119, de Tree Tunnel. Opnieuw genoot ik
van de bochtige weg onder de tunnel van bomen, op de oever van Lake
Michigan. Er was nogal wat wild te zien langs de weg: veel chipmunks,
een racoon met jongen, een hert met een jong en opnieuw een vos.
Van Spring Harbor, waar Rt. 119 ophoudt tot Petoskey
was maar een klein eindje. Ik vond een kamer bij Days Inn en had
dinner in het bijbehorende 24 uurs buffet.
Afgelegde afstand vandaag: 134 mijl
Afgelegde afstand totaal: 2686 mijl
Ga voor foto's naar mijn albums op Webshots. Klik
hier (opent in nieuw venster)
Reageren? Stuur mij een
e-mail