Vandaag ben ik naar Tofino gereden. Dat was een heel
eind van Nanaimo vandaan, maar het was wel een heel mooi tochtje,
waarop ik veel van het eiland heb gezien! Vancouver Island is iets
groter dan Nederland en behoorlijk heuvelachtig. Op een dag kun je
meerdere landschappen zien en meerder klimaten ervaren.
Vanuit Nanaimo reed ik eerst noord naar Parksville
en vervolgens naar Port Alberni en daarna naar Tofino. Het landschap
was zeer afwisselend, wel steeds heuvelachtig en de kwaliteit (o.a.
breedte) van de weg was eveneens zeer wisselend. Om in Tofino te
komen moet je twee (lage) passen over, de eerste om in de ALberni
vallei te komen en de tweede om er weer uit te gaan. Door de
beschutte ligging is het in de vallei heel wat warmer dan erbuiten.
Tofino is het zeer toeristische eindpunt van de weg.
Als je niet gaat whale watchen of met het watervliegtuig mee wilt,
kun je er eigenlijk niets gaan doen dan even rondkijken naar de
bebouwing, de activiteiten op en rondom het water en de
souvenirwinkeltjes. Omdat ik er zo dichtbij was, ging ik er even
heen en keek inderdaad even rond.
Daarna
reed ik de weg terug om bij de afslag Wickaninnish Beach van de weg
af te gaan en in de richting van het strand te rijden. Ik nam daar
een lunch in het voortreffelijke restaurant en wandelde toen over
het strand van de Pacific Ocean. Dit strand maakt onderdeel uit van
Pacific Rim National Park, een park waarvoor de Parkpas ook weer
nodig was, niet om er doorheen te rijden, maar wel om te parkeren.
Het strand van de Grote Oceaan is toch wel iets
anders dan een Noordzeestrand. Op de vloedlijn liggen hele stapels
boomstammen, helemaal afgesleten en grijs verkleurd. Vermoedelijk
zijn het bomen die verloren zijn door houttransporten die je hier
veel ziet. Het hout wordt in grote vlotten, of in slordige stapels
op schepen vervoerd. Daar zal wel eens een stammetje van verloren
gaan. 't Was wel een merkwaardig gezicht, die borstwering van
boomstammen. Ook spoelen er vreemde beesten aan, die ik nog nooit op
een Nederlands strand heb aangetroffen.
Het
water was echter wel gewoon zout en de golven waren vandaag niet
hoog. Toch bruiste het indrukwekkend. Zwemmen kun je hier eigenlijk
niet, want het water is koud, er werd wel wat aan watersport gedaan,
maar die mensen droegen allemaal wetsuits. Ook staan er gevaarlijke
stromingen tussen de rotsen. Het is een merkwaardige gedachte om
tegen een halve wereld van water aan te kijken.
Ik reed dezelfde weg terug richting Nanaimo en
stopte even bij de haven van
Port Alberni, waar het vandaag 32
graden Celsius was. Het plaatsje ligt beschut in een vallei en
doordat het heel zonnig was, werd het daar flink heet. Het stadje
ligt op heuvels en het straatbeeld is er typisch Noord-Amerikaans:
een brede weg met auto's, rechthoekig stratenpatroon,
verkeerslichten die aan kabels boven de weg hangen en veel platte
daken langs de weg.
Ik verliet Port Alberni en reed verder. Bij
Cathedral Grove, niet ver van Port Alberni af stopte ik om een deel
van het bos te bekijken. Enorme Douglas sparren staan daar met
honderden bij elkaar. Er lagen er ook nogal wat op de grond, die
waren in een storm ooit eens omgewaaid. Dit deel van het bos was
gepromoveerd tot reservaat, er werd niets opgeruimd en ook niet meer
gekapt. Maar de mensen mogen er gratis doorheen lopen.
Aan de oostkant van het eiland was het ook lekker
warm (ca. 28 C.) uit Midden-Amerika komen echter berichten over een
hittegolf met temperaturen boven de 40 C. Dan is het hier aan de
kust van de Pacific heel wat beter uit te houden.
Ik vond onderdak bij Super 8, slechts enkele blokken
verwijderd van downtown Victoria, dat ik morgen wil gaan bezoeken.