Vanmorgen verliet ik omstreeks 9.45 uur na een goed 
			ontbijt de familie waar ik een paar dagen had gelogeerd en reed naar 
			Vancouver. Peter had de weg duidelijk uitgelegd en in een uurtje 
			stond ik geparkeerd en wel in hartje Vancouver, om een kaartje te 
			kopen voor de 
			sightseeing trolley. Het advies om dit vooral te doen 
			had ik ergens op Internet gelezen en deze tip bleek een waardevolle 
			tip te zijn. Je wordt met de trolley langs de interessante plaatsen 
			in Vancouver gereden, je mag overal uitstappen en later weer 
			instappen.
			
			
Het 
			eerste deel van de route was niet zo heel interessant. De bus maakte 
			een lus door het centrum van downtown Vancouver om bij verschillende 
			hotels mensen op te pikken. Er is uiteraard in downtown wel wat te 
			zien: hoge gebouwen, druk verkeer en veel mensen op straat. 
			Vancouver is, net als Seattle, op heuvels gebouwd. De straten zijn 
			soms behoorlijk steil. Vancouver is een bruisende (haven) stad waar 
			allerlei soorten van openbaar vervoer te vinden zijn: van treinen 
			tot limousines en van veerpontjes tot watervliegtuigen.
			 
			
			
			De eerste halte waar ik uitstapte was in 
			Stanley 
			park, een enorm stadspark, waar allerlei activiteiten te doen zijn. 
			Het aquarium moet heel mooi zijn, maar gezien de toegangsprijs en 
			het mooie weer dat niet uitnodigde om naar binnen te gaan, liep ik 
			er aan voorbij. Langs het water van de haven van Vancouver liep ik 
			naar de 
			totempalen, een beroemde plek in het park. Deze palen zijn 
			allemaal recent gemaakt, net als veel andere 'historische' 
			voorwerpen en locaties in het park. Het lijkt allemaal oud en 
			historisch te zijn, maar deze stad zelf is nog niet oud, dus zijn de 
			ingrediënten ook allemaal van 'recente' datum.
			 
			Bij de totempalen is een trolley-stop, waar ik 
			opstapte en me verder liet vervoeren door het Stanley park richting 
			Granville Island, waar ik uitstapte om daar een kijkje te nemen. Dit 
			is niet een echt eiland, maar een gebied met een mengelmoes van 
			kleine industrie, een grote overdekte markt en heel veel winkeltjes, 
			die allerlei artikelen verkopen. Het is er behoorlijk druk en je 
			kunt er uitstekend lunchen.
			
			
Daarna 
			reed de bus naar 
			Chinatown, waar ik een halfuurtje rondliep. Wat er 
			allemaal opgegeten wordt door Chinezen is onbeschrijflijk. Vruchten, 
			zaden, allerlei gedroogde dieren en vissen en verder veel totaal 
			onherkenbare producten worden gekocht en verkocht op de trottoirs 
			van Chinatown en in de winkels daarachter.
			 
			 
			 
			
			
			Daarna kwam ik in 
			Gastown, een van de oudste wijken 
			van Vancouver, die sinds enkele jaren helemaal opgeknapt is en 
			bruist van (toeristische) activiteiten. In Gastown zag ik de 
			beroemde Steamclock, een mooie klok op een soort grote lantaarnpaal, 
			die door stoom wordt aangedreven. Op de vier hoeken zie je de 
			stoompluimpjes uit de klok omhoog stijgen. 
			Vanuit Gastown liep ik verder naar Canadacenter, het gebouw met de 
			zeilen. Ik liep er omheen en bekeek de drukke activiteiten met 
			scheepjes en watervliegtuigen in de haven van Vancouver.
			 
			Daarna zocht ik mijn auto op en reed naar 
			Horseshoebay, om de boot van
			BC Ferries naar Nanaimo op Vancouver Island te nemen. 
			Na een uurtje wachten kon ik mee, waarna ik na 5 kwartier varen 
			arriveerde op 
			Vancouver Island en onderdak vond bij Days Inn in 
			Nanaimo. Een fraaie, ietwat vermoeiende dag gehad.
			
			
			een van de schepen van BC Ferries, die o.a. 
			naar Vancouver Island varen